Gemeente
DOEN: Proactief omgaan met leegkomend eigen vastgoed en dat van je maatschappelijke partners. Maken van kansenkaart samen met (maatschappelijke) vastgoedeigenaren.
NIET DOEN: Relevantie van maatschappelijk vastgoed negeren; er is meer van dan je denkt. Maatschappelijk vastgoed ‘over de schutting gooien’; door samen te ontwikkelen, kan je er veel meer uithalen.
Eigenaar
DOEN: Duidelijke spelregels en tijdpad voor potentiële kopers. Zeker bij CPO-projecten als het gaat om toekomstige bewoners. Zorgen voor een slimme combinatie van marktwerking en bewonersparticipatie.
NIET DOEN: Uitvoerige studies en impressies laten maken van wat het zou kunnen worden. Natuurlijke bondgenoten, zoals de beleidsafdelingen van de gemeente negeren door direct de makelaar te bellen.
Ontwikkelaar
DOEN: Zorgen voor een slim en onderscheidend product dat oude en nieuwe eigenaar helpt om snelheid te kunnen maken. Slimme coalities smeden om daadwerkelijk transformaties te realiseren
NIET DOEN: Meedoen met aanbestedingen; kost vaak veel energie met een zeer onzeker resultaat. Veel investeren in het gebouw als de transformatie tijdelijk is. Het gebouw op basiskwaliteit brengen is dan voldoende.
Ontwerper
DOEN: Sturen op de spelregels en een goede aanpak als je door de verkopende partij wordt ingehuurd. Meedoen aan tenders waarbij de prijs niet doorslaggevend is, maar de kwaliteit.
NIET DOEN: Je laten meeslepen door mooie ideeën en prachtige plannen voor een specifieke doelgroep voor iets wat nog verkocht moet worden. De oorspronkelijke maatschappelijke functie en de omgeving negeren.
Gebruiker
DOEN: Heel goed weten waar je op inschrijft, wat je nodig hebt voor een geldige inschrijving en hoe je dat snel doet. Het initiatief houden en zelf de omgeving bij je plannen betrekken.
NIET DOEN: Onvoldoende expertise organiseren in de aankoop- en ontwikkelfase. Altijd iedereen onder alle omstandigheden bij elkaar willen houden; accepteer dat mensen kunnen afhaken.
Paul Dankers van Osseweischool ‘Vasthoudendheid en geduld nodig om hier te kunnen wonen.’